Inspirerende biografie van een getalenteerd kunstschilder
Lees de biografie van de in Gent wonende kunstschilder Ronald Bruynoghe en ontdek zijn levensvisie.
Schoolvakantie
Het besluit om kunstschilder te worden vormt zich tijdens een schoolvakantie naar Innsbrück. Daar, in de bergen, bij het panoramische zicht op de dorpjes in het dal, beseft Ronald dat dit voor hem de enige mogelijkheid is om een zinvol leven te leiden in deze maatschappij. Vooral het historische besef dat Breughel en Rubens op dergelijke reis zijn voorgangers zijn geweest, doet hem kiezen om naar een academie te gaan voor een degelijke opleiding. Het is Pasen 1967.
In deze zinnen zitten levensdrama's verwerkt vol onuitspreekbare ontgoochelingen. En een nooit aflatende ijver om de schilderkunst uit de moordende greep van de kunsthandel te houden en de kunstenaar te vrijwaren van zijn opgedrongen imago. Een wereldbeeld waaraan hij op een welbepaalde manier moet voldoen wil hij succes kennen.
Heilige opdracht
Voor Ronald betekent het kunstenaarschap een heilige opdracht in het leven tot vervulling brengen. Diep in het verborgene, waar het Woord bij G'D is, G'D IS, daar betekent ‘Amen', dat we uitspreken als ‘Ik Geloof', ook ‘Kunstenaar'.
Een ‘kunstenaar' is dus per definitie een gelovige. En dat was toen ook de essentie in de bergen rond Pasen ‘67: aan de mensheid uitdrukking bieden, schenken, wat diep in zijn ziel aan Liefde en verwondering heerst voor het Al en het Niets.
Van Oostende naar Antwerpen
Ronald Bruynoghe werd geboren in 1949 in Oostende als tweede kind van Albert Bruynoghe en Yolande Vancoillie. Zijn vader was aanvankelijk meubelmaker maar werd later boekhouder en ging voor een bank werken.
Het gezin, dat zowel langs vaders- als moederszijde in het teken van Venus stond, verhuisde enkele jaren later naar Antwerpen. In Wilrijk woonde tante Bertha die een zeer goede invloed zou hebben op Ronald.
Boven het buffet hing “Het Kruis in de Bergen” van Caspar David Friedrich dat een onuitwisbare indruk naliet. De weduwe was ook een begenadigde amateurfotografe. Via haar enige zoon, Jean Post, kwam het moderne Amerika van de jaren '50 en begin jaren '60 in huis. Met mooie grote auto's, magazines, een ijskast en televisie.
Striptekenaars en illustratoren
Ronald leerde het werk kennen van Norman Rockwell en ontdekt later ook het ongelooflijke métier van striptekenaars en illustratoren. Al deze invloeden zullen later in zijn werk terug te vinden zijn.
Bij tante Bertha hing een schilderij dat sterk verwant was met het werk van Lyonel Feininger. Dat de zonnestralen op het schilderij van Caspar David Friedrich hier in kleurkegels veranderden en in dat andere werk een kathedraal werden, zou een blijvende hunker naar metafysica, wetenschap, en modernisme nalaten.
Tante Bertha overlijdt
Op zijn twaalfde stierf tante Bertha en ze liet een blijvende leegte na.
In Antwerpen wendde zijn vader zijn kennis als meubelmaker regelmatig aan om het huis te verfraaien. En in zijn vrije tijd was hij een begenadigd schilder. De magie van de verf, de harsen, het op doek verschijnende tafereel, dit alles vormt de basis voor de taal die Ronald zich eigen zal maken.
Met het overlijden van tante Bertha raakt Ronalds moeder geïsoleerd in Antwerpen en wordt ze ziek. Zijn vader krijgt een promotie in de bank en het gezin verhuist terug naar Oostende. Mede onder invloed van een biografie van Arthur Koestler over Johannes Kepler raakt Ronald in de ban van de ruimtevaart, een fascinatie die jarenlang zal duren. Ook raakt hij geïntrigeerd voor wat er in de toenmalige Sovjet-Unie aan het gebeuren is. Met een levenslange liefde voor de Russische ziel als gevolg.
Terug naar Oostende
Ronald is 15 jaar als ze naar Oostende verhuizen. Mede door lange wandelingen aan zee ontwaakt de dichter in hem. Dit zal via een kortstondig schrijverschap overgaan in de keuze als 17- jarige om kunstschilder te worden.
Hij schrijft zich in aan de academies in Gent en in Oostende. Op de eerste leert hij medeleerlinge Rita Kerres kennen. Ze huwen een jaar later in 1969. Uit dit huwelijk komen drie zonen voort.
Op de avondschool in Oostende heeft hij Etienne Elias als leraar. Via Elias leert hij de hedendaagse kunstscène kennen waarbij de invloed van ‘De School van Beervelde' zich sterk in zijn vroegste schilderijen doet gelden. Vooral het spel tussen figuratie en abstractie spreekt hem aan. En de mogelijkheid om via dit plastische ‘systeem' illusies te scheppen.
In het oeuvre van ‘The Magical Pencil', een paar jaar later, zal hij dit spanningsveld opvoeren in het portret van Amenophis IV. Die periode zal culmineren in een drieluik over Elvis Presley van de jaren '80.
Moeilijke overgang
De overgang van zijn vroegere werk naar ‘The Magical Pencil' is een zeer moeilijke fase. ‘Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid' uit 1936 van Walter Benjamin, alsook Heidegger en vooral Marcel Duchamp richtten hem naar een schilderkunst die via ogenschijnlijk populaire middelen – zoals kitsch – diepere lagen van het zijn bevat. Daarbij komt hij in de buurt van een moderne poëzie die ook in het surrealisme haar uitdrukking vond.
The Beatles
In 1970 heeft hij een droom van eschatologische aard die heel diep in zijn wezen grijpt. Kort daarop volgen de overstromingen in Bangladesh. Ronald beseft dat er zoiets als een wereldziel bestaat maar kan de droom pas jaren later duiden. Hij is sterk onder de indruk van de muziek van The Beatles waarbij vooral, bij het uiteenvallen van de groep, de figuren van John Lennon en George Harrison hem inspireren.
Zo groeit de idee om een groep kunstschilders onder één naam te verenigen en leunt Rita in Amsterdam 1969 zo aan bij Andy Warhol's ‘Factory' en, nog eerder, bij het visioen van Vincent Van Gogh die ook droomde van een gemeenschap van kunstenaars. Zijn idee zal botsen op het vooral in die tijd heersende hyper-individualisme van de kunstenaar dat in de kunsthandel gepromoot werd. Het werk van The Magical Pencil dat eind 1971 aanvangt zal dan ook een eenmansproject blijken te zijn.
Voorafgaandelijk komt hij nog enige maanden in de filmstudio's van Raymond Leblanc ‘Belvision' terecht waar de Kuifjestekenfilm van Hergé, Tintin et le lac aux requins op stapel staat. Daar leert hij de decors schilderen en voor het eerst de airbrush kennen. Deze technieken zal hij later verder ontwikkelen.
Huwelijk houdt geen stand
Het huwelijk houdt helaas geen stand door de druk van buitenaf. Diep gewond en ontgoocheld in familie, gerecht en maatschappij ondergaat hij het drama dat zoveel tijdgenoten meemaken. De maatschappij is ontwricht en om stand te houden in een steeds veranderende wereld zoekt hij antwoorden in de diepere lagen van zijn wezen, die hij verkent via een jarenlange psychoanalyse.
Ook hier ontdekt hij dat elke school een onderliggend wereldbeeld heeft en zo een voedingsbodem vormt voor de meest surrealistische conflictsituaties. Ook dààr gaat het, evengoed als in de kunstwereld, om Macht met de inherent partiële kijk op de Werkelijkheid. Dat hij absoluut wil vasthouden aan zijn geloof in een allesoverstijgende G'dheid doet ook hem in conflict komen met zijn therapeut.
Wedergeboorte
Veel later ontdekt hij het werk van Viktor Frankl en een psychologie die in haar discours plaatsruimt voor G'D. Heel dat proces van zoeken naar het Wezenlijke is de onderstroom in de schilderijencyclus van TMP.
In 1975 terwijl hij werkt aan ‘Blue Moon I' maakt hij een mystieke wedergeboorte mee. Het maakt hem sensitiever, kwetsbaarder en doet hem verder zoeken naar essentiële antwoorden op het mysterie van Leven en Dood. Hij voelt de onmacht om als kunstschilder uitdrukking te geven aan zijn innerlijke wereld. Veel van zijn tijdgenoten laten de schilderkunst voor wat het is en experimenteren met andere vormen om onder de beladenheid van de geschiedenis vandaan te komen.
Wens je Ronald Bruynoghe te contacteren? Je vindt zijn contactgegevens op de contactpagina.